De mode-industrie gaat een nieuwe fase in, waarin regelgeving een steeds belangrijkere rol speelt in de strategieën van merken. Deze verschuiving wordt echter niet alleen door wetgevers aangestuurd, zeker niet als het gaat om circulariteit. Ze wordt ondersteund door het feit dat veel belanghebbenden in het mode-ecosysteem – waaronder bedrijven, klanten en wetgevers – een rol spelen in het beïnvloeden van elkaar om meer circulaire praktijken toe te passen. Wij zijn ervan overtuigd dat inzicht in dit ‘ecosysteemperspectief’ essentieel is om de samenwerking te verbeteren en vooruitgang te boeken op weg naar een toekomstbestendige industrie.
Een toenemende behoefte aan circulaire wetgeving
Het wordt steeds duidelijker dat de duurzaamheid van de mode-industrie een belangrijk aandachtspunt is voor klanten, wetgevers en modemerken zelf.
- Ongeveer twee derde van de modeconsumenten vindt duurzame materialen en de manier waarop een merk duurzaamheid promoot belangrijke factoren bij hun aankoopbeslissingen. i
- De EU heeft circulariteit al omarmd als een van de belangrijkste bouwstenen van de Europese Green Deal.ii
- In de mode-industrie zijn belangrijke spelers begonnen met het aanbieden van circulaire diensten aan hun klanten, zoals de reparatie-, wederverkoop- en donatiediensten van Zara in de VS.iii
De consensus is echter dat modemerken nog steeds achterlopen op de eisen en verwachtingen van consumenten en wetgevers.iv Het blijft een verspillende industrie: in de EU wordt per persoon per jaar ongeveer 12 kg textielafval geproduceerd, en slechts 22% van het textielafval wordt ingezameld voor hergebruik of recycling.v Wereldwijd zijn de cijfers nog slechter: slechts 1% van de grondstoffen die worden gebruikt voor de productie van kleding wordt momenteel gerecycled tot nieuwe kleding.vi
Regelgevers nemen hier nota van, met de EU als koploper.
De visie van de EU voor de textielindustrie is vastgelegd in het Actieplan voor een circulaire economie (CEAP)viii en de Strategie voor duurzame en circulaire textiel. Het doel van deze strategie is om gestandaardiseerde regels en richtsnoeren vast te stellen voor productontwerp, beheer aan het einde van de levensduur en andere onderwerpen om de overgang naar duurzamere praktijken te vergemakkelijken.
Een voorbeeld hiervan is de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) voor textiel, die in Nederland al van kracht is. Deze houdt in dat tegen 2025 50 % van de verkochte kledingstukken “klaar moet zijn voor hergebruik of recycling”.ix De EPR zal naar verwachting de komende jaren in de hele EU worden uitgebreid als de voorgestelde wijzigingen van de kaderrichtlijn afvalstoffen worden aangenomen.x
Een ander voorbeeld is de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR), die minimumnormen vaststelt voor de recyclebaarheid, duurzaamheid, herbruikbaarheid en repareerbaarheid van alle afzonderlijke producten die in de EU worden verkocht. Ook moeten producten worden voorzien van een digitaal productpaspoort (DPP), waardoor klanten, wederverkopers en recyclers gemakkelijker toegang krijgen tot informatie over onder meer duurzaamheid, repareerbaarheid en materiaalsamenstelling.
Ten slotte voert de ESPR een verbod in op de vernietiging van onverkochte textiel en schoenen. Voor veel merken zullen deze voorschriften een radicale herziening van hun inkoop-, productie- en afvalverwerkingsprocessen vereisen. In Europa gaat het natuurlijk niet alleen om wat de EU zegt, maar ook om wat individuele landen doen:
- En Bélgica, CircleTex es una iniciativa intersectorial sin ánimo de lucro que tiene como objetivo establecer un sistema nacional de recogida para facilitar la circularidad de los textiles.xi Grandes marcas, como JBC, ya se han sumado a la iniciativa, allanando el camino para una adopción más amplia.xii
- En Francia, se han creado «organizaciones de responsabilidad del productor» (PRO) acreditadas, como ReFashion, para ayudar a los productores a asumir la responsabilidad de la fase final de la vida útil de sus productos.xiii
- El Programa Nacional de Economía Circular 2023-30 de los Países Bajos tiene como objetivo aumentar la capacidad de reciclaje de alta calidad.xiv
De gegevens wijzen erop dat innovatieve oplossingen voor de industrie zoals deze inderdaad een positieve invloed hebben op de bredere invoering van deze maatregelen in hun respectieve landen. Deze drie landen lopen momenteel voorop op het gebied van circulariteit: uit een Eurostat-studie uit 2022 bleek dat de circulariteitsgraad – het aandeel van gebruikte materialen dat afkomstig is van gerecycled afval – het hoogst was in Nederland (27,5%), gevolgd door België (22,2%) en Frankrijk (19,3%).xv Deze voorbeelden laten zien dat er, wil een circulaire mode-economie floreren, een gezamenlijke, collaboratieve inspanning van bedrijven en wetgevers nodig is om verandering teweeg te brengen.
El reciclaje tampoco es el final de la historia.
Dat komt omdat het simpelweg verhogen van het recyclingpercentage niet voldoet aan een van de kernprincipes van circulariteit: producten en materialen in gebruik houden. Om dit te bereiken, is het noodzakelijk om effectieve oplossingen te implementeren om de noodzaak om kleding weg te gooien in de eerste plaats te minimaliseren.
Dit is de grondgedachte achter de EU-richtlijn inzake het recht op reparatie (R2R), xvi, op grond waarvan het verlengen van de levensduur van producten door het vergemakkelijken van de toegang tot reparatiediensten voor veel merken de nieuwe norm zal worden. De wetgeving heeft tot doel reparatiediensten toegankelijker, transparanter en aantrekkelijker te maken, zodat consumenten bij beschadigde of defecte goederen de voorkeur geven aan reparatie boven vervanging.
De richtlijn is momenteel gericht op huishoudelijke apparaten en elektronische goederen, en het is de bedoeling dat mode de volgende sector wordt die onder de werkingssfeer van de richtlijn valt. De EU-strategie voor duurzame en circulaire textiel streeft immers naar een overgang naar een klimaatneutrale circulaire economie, waarin producten worden ontworpen om duurzamer, herbruikbaar, repareerbaar, recyclebaar en energie-efficiënt te zijn.xvii
Hoewel de EU voorop loopt op het gebied van wetgeving inzake circulariteit, volgen andere landen dit voorbeeld. In oktober 2024 heeft de staat Californië – die, als het een land was, de vijfde economie ter wereld zou zijn xviii – de eerste wet op de terugwinning van kleding en textiel in de VS aangenomen. De wetgeving, die op 1 juli 2026 in werking treedt, heeft tot doel de kosten en verantwoordelijkheid voor het beheer van producten aan het einde van hun levensduur te verschuiven van de belastingbetalers en lokale overheden naar de producenten en verkopers van die producten.